Kort antwoord
Kinderen hebben verschillende voordelen bij het leren van een taal. Hun hersenen zijn flexibeler dan die van volwassenen waardoor nieuwe informatie makkelijker wordt opgeslagen. Daarnaast kennen kinderen minder remmingen om hun nieuw geleerde kennis in de praktijk te brengen en bevinden ze zich ook vaak in een omgeving waarbij het leren van de nieuwe taal wordt bevorderd.
Langer antwoord
Als je ooit als volwassene hebt geprobeerd een taal te leren, heb je jezelf er misschien op betrapt dat je had gewild dat je op jongere leeftijd was begonnen. Inderdaad, een tweede of aanvullende taal leren lijkt voor kinderen vanzelfsprekend, terwijl vloeiend worden in een nieuwe taal veel moeilijker is voor volwassenen.
Er is geen overeenstemming over waarom onze vaardigheden om talen te leren afnemen naarmate we ouder worden. Er zijn echter verschillende verklaringen voorgesteld en het is waarschijnlijk dat hier meerdere factoren een rol spelen. Ten eerste vertonen kinderen een grotere neurale plasticiteit dan volwassenen. Dit betekent dat hun hersenen flexibeler zijn en dat neurale netwerken sneller reorganiseren als reactie op nieuwe informatie. Dit geeft hen het unieke voordeel dat ze de nieuwe taal kunnen ‘absorberen’, terwijl volwassenen de woorden en grammatica regels bewust moeten onthouden.
Ten tweede leren kinderen een taal vaak door onderdompeling, bijvoorbeeld door zich te begeven in een gemeenschap van moedertaalsprekers, terwijl volwassenen zich vaak in een klaslokaal bevinden. Kinderen met buitenlandse ouders worden op school of op de kinderopvang meerdere uren per dag in contact gebracht met de lokale taal. Hun ouders werken daarentegen misschien in een Engels sprekende omgeving en hebben buiten een taalcursus slechts beperkt contact met de lokale taal. Onderzoek toont aan dat onderdompeling ook een positief effect heeft op volwassen leerlingen: meer contact met de doeltaal in een natuurlijke omgeving verhoogt de leerresultaten.
Bovendien is beweerd dat kinderen minder zelfbewust zijn dan volwassenen als het gaat om het spreken van een vreemde taal. Terwijl volwassenen elke zin zorgvuldig plannen voordat ze iets zeggen, zijn kinderen niet bang om fouten te maken of voor schut te staan. In plaats daarvan worden ze gedreven door een verlangen om met hun leeftijdsgenoten te communiceren. In de interactie met andere kinderen zullen ze nieuwe woorden en zinnen oppikken en deze moeiteloos in hun spraak integreren.
Kortom, jonge taalleerders hebben meerdere voordelen: hun hersenen zijn ingesteld om snel nieuwe informatie te integreren, ze komen de doeltaal vaak tegen in een natuurlijke omgeving en ze hebben minder remmingen. Als je jong bent, is het leren van een taal letterlijk kinderspel!