Waarom krijgen mensen nog steeds elektroshock­therapie?

beantwoord door Dominique Scheepens (Adult Psychiatry - Amsterdam UMC)

redactie/vertaling: Sjoerd Murris, Katarina Koch

Kort antwoord

Elektroshocktherapie is een erg effectieve en ook veilige behandelingsmethode voor een aantal psychiatrische stoornissen. Bij deze therapie worden er kleine stroomstoten gegeven aan de hersenen die een soort epileptische aanval opwekken. De techniek bestaat inmiddels ongeveer honderd jaar en is wijdverspreid zowel in Nederland als wereldwijd, met name bij het behandelen van mensen met zware depressie. De effecten van elektroshocktherapie op de hersenen zijn lastig in kaart te brengen, maar worden steeds duidelijker.

Langer antwoord

Mogelijk brengt het idee van elektroshocktherapie gelijk grimmige beelden bij je op van Jack Nicholson in de blockbuster “One Flew Over the Cuckoo’s Nest”. In een gesloten psychiatrische afdeling wordt hij als de tot gek verklaarde ‘Randle’ vastgebonden en na een onvrijwillige elektroshocktherapie sessie eindigt de film. Het laatste ‘medicijn’ om hem te onderdrukken en zijn geest te controleren lijkt eindelijk te hebben gewerkt!

Deze en andere dramatische interpretaties van elektroschocktherapie, bevatten sterke fictionele elementen die volstrekt niet overeenkomen met het gebruik van deze methode in de dagdagelijkse medische praktijk. Elektroshocktherapie wordt in de kliniek meestal elektroconvulsitetherapie (ECT) genoemd. ECT wordt ingezet als een laatste redmiddel bij onder andere zware depressie en schizofrenie. Psychiatrische patienten krijgen ECT in twee mogelijke gevallen: (1) als zowel cognitieve therapie (sessies met de psycholoog) en medicijnen zoals antidepressiva (voor depressie) of clozapine (bij schizofrenie) niet lijken te werken of (2) in zeldzame gevallen waarbij het gaat om mensen die een acuut gevaar zijn voor zichzelf of anderen.

Verreweg de meeste mensen zitten niet zoals de fictieve ‘Randle’ opgesloten in een mentale instelling, maar wonen thuis. Zij komen voor de behandeling twee keer per week naar een van de ongeveer dertig klinieken in Nederland voor een ECT sessie. Deze sessies zijn kort: de behandeling zelf duurt ongeveer 20 seconden, waarbij korte stroomstoten van ongeveer 1 ampere (de sterkte van een fietslampje) worden gegeven via elektroden die op het hoofd geplakt zijn. In Nederland worden patienten altijd verdoofd en worden ook spierverslappers gegeven, zodat er geen convulsies (verkrampingen en schokken door het lichaam) plaatsvinden. Verder zorgen een cluster aan meet-apparatuur (waaronder een electro-cardio gram (ECG) om de activiteit van het hart te meten) en een crew aan medische experts (waaronder een anesthesist die de verdoving overziet) ervoor dat alles veilig verloopt. Na ongeveer twaalf sessies (over zes weken verspreid) is de behandeling voorbij.

Hoewel ECT veilig is, zijn er een aantal tijdelijke bijwerkingen bekend. Zo komt het met name voor dat patienten lijden aan geheugenklachten. Tijdens de behandeling kan het zijn dat het episodisch geheugen is aangetast: mensen hebben moeite hun (recente) 40e verjaardag voor de geest te halen of hun trouwdag. Dergelijk geheugen komt na de ECT sessies weer terug en andere vormen van geheugen worden nooit aangetast. Het is niet zo dat mensen niet meer weten hoe ze een kop koffie moeten zetten bijvoorbeeld. Ook kan het zijn dat mensen moeilijk uit hun woorden komen net na een ECT sessie, omdat ook het spraakcentrum in de hersenen wordt beinvloedt (stimulatie van de rechterkant kan dit helpen voorkomen, omdat het spraakcentrum bij bijna iedereen in de linker-hemisfeer zit). Het is niet helemaal duidelijk hoeveel van deze bijwerkingen door ECT zelf komen of door de tijdelijke verdoving die patienten ondergaan tijdens de sessies (om convulsies te voorkomen).

Ondanks de veiligheid en effictiviteit van de techniek, blijft ECT last houden van zijn ‘bad rep’. Maar 1-2% van de patienten die in aanmerking komen kiezen ook daadwerkelijk voor deze behandelingsmethode. Meer populair is de recente (her)-ontdekking van ketamine bij de behadeling van depressie en sommige patienten geven zelfs de voorkeur aan diepe hersenstimulatie (een effectieve, maar ook invasieve behandelmethode waarbij elektroden in de hersenen geplaatst worden). Dit terwijl ECT al ongeveer honderd jaar gebruikt wordt en goed aanslaat bij meer dan 50% van de patienten. Een getal wat niet hoog lijkt, maar het gaat hier om een patientengroep die dus niet reageert op eerdere therapie en medicatie.

  

   

Boven: De oorspronkelijke machine van Ugo Cerletti en Lucio Bini voor de eerste ECT behandelingen in mensen. Het apparaat staat in het Museo di Storia della Medicina (Museum van de geschiedenis van de geneeskunde) van de Sapienza universiteit in Rome. [afbeelding van Alessandro Aruta, Museum Curator – Sapienza Universiteit]. Onder: Voorbeeld van een modern ECT-apparaat waar heel precies de stroomsterkte en frequentie bepaald kan worden door medische professionals. [https://nl.wikipedia.org/wiki/Elektroconvulsietherapie].

De uitvinding van ECT gaat terug naar de jaren 30’ van de vorige eeuw en is grotendeels gebaseerd op het werk van een Italiaans neurologen duo. Ugo Cerletti en Lucio Bini observeerden hoe varkens voor het slachten een elektrische schok kregen en daardoor rustiger werden. Na uitgebreid dieronderzoek naar het optimalizeren van de parameters voor ECT ontwikelden ze de eerste veilige machine om mensen te helpen, waarbij ze al snel positieve effecten zagen na 10-20 behandelingen. De techniek is aangepast door de jaren heen (onder andere door de introductie van verdoving en spierverslappers) en op dit moment worden er wereldwijd jaarlijks een miljoen mensen behandeld met ECT.

Dieronderzoek wordt nog steeds gebruikt. Maar nu om beter te begrijpen wat ECT doet met de hersenen. Bij zware depressie sterven er hersencellen en ook verminderen de verbindingen tussen deze cellen; waardoor netwerken in onze hersenen verstoord worden. In dieren (vaak worden voor dit soort onderzoek ratten en muizen gebruikt), nemen deze verbindingen juist weer toe na ECT en onstaan er zelfs meer nieuwe neuronen (in een proces dat neurogenese genoemd wordt). In mensen is het moeilijker om te onderzoeken wat het gevolg is van ECT op de hersenen. Wanneer onderzoekers hersenscans (MRIs) van patienten voor en na behandeling vergelijken, zien ze echter een subtiele groei van hersengebieden zoals de hippocampus (4-5% groei) en de amygdala (5-6% groei). Wat deze groei precies betekent en of het aansluit bij zowel de resultaten van dierproeven op cel-niveau, als de positieve uitwerking die het heeft bij groepen patienten, wordt op dit moment onderzocht.

 

Wanneer MRI-scans van patienten voor en na ECT vergeleken worden, zijn er een aantal hersengebieden waar het volume van de grijze stof (hersencellen) is toegenomen. De afbeeldingen hier boven zijn een samenvatting van een groot aantal studies die de groei in grijze stof onderzochten. Groei is met name te zien in de Hippocampus (HIP) en de Amygdala (AMY). Andere gebieden zoals het Putamen (PUT), de Cingulate Gyrus (CNG) en de Parietale, Frontale en Temporele Kwab (PL, FL en TL) laten lichtere groei zien. Dit figuur is overgenomen uit een artikel van Ousdal en collega’s: [10.1016/j.biopsych.2021.05.023].

In klinieken wereldwijd wordt elektroshocktherapie of ECT niet alleen nog steeds gebruikt; het wordt steeds verder ontwikkeld. ECT blijft een van de meest doeltreffende en veilige behandelmethoden voor zware depressie en schizofrenie. De methode heeft over de loop van de jaren helaas (onterecht) een slechte reputatie opgelopen, wat op de lange termijn schadelijk kan zijn voor mensen die eigenlijk veel baast zouden hebben bij deze behandeling. De ‘Randle’ in ons echte leven is minder sensationeel. Hij wordt niet tegen zijn wil opgesloten in een psychiatrische instelling vol plaaggeesten. Hij (of zij) rijdt tijdens een of twee keer per week naar de kliniek voor een vrijwillige en korte behandeling om zo de plaaggeesten in zijn (of haar) eigen hoofd de verdrijven.

 

Verder lezen:

https://www.hersenstichting.nl/behandelingen-van-hersenaandoeningen/elektroconvulsietherapie-ect/

Ousdal, O. T., Brancati, G. E., Kessler, U., Erchinger, V., Dale, A. M., Abbott, C., & Oltedal, L. (2022). The neurobiological effects of electroconvulsive therapy studied through magnetic resonance: what have we learned, and where do we go? Biological psychiatry, 91, 540-549.

Scheepens, D. S., van Waarde, J. A., Lok, A., de Vries, G., & van Wingen, G. A. (2020). The link between structural and functional brain abnormalities in depression: A systematic review of multimodal neuroimaging studies. Frontiers in psychiatry, 11, 486702.